Welkom op dit onderwijsblog. Leuk dat je komt kijken. Dit blog is bedoeld voor verhalen die getuigen van werkplezier (in het onderwijs), maar die ook de wrange realiteit tonen van het huidige prestatiegerichte onderwijs in dit neoliberale tijdperk.

Ingrid

dinsdag 28 september 2010

Juf, ik probeer te lezen op de gang, maar uw klas maakt zo'n lawaai....

Vol, vol, vol. Dat zit het lesprogramma. Helemaal op maandag! Zo ook afgelopen maandag. Na weer zo'n hectische, overvolle en lange werkdag, ik was om 7.40 op school en vertrok om 18.15 uur!, besloot ik alerter te zijn op waarin ik die dag investeerde. Ik was zo druk geweest met instructies geven en nog eens instructies geven, dat ik geen tijd had voor iets ontspannends met de klas. Om 2 uur 's middags, de kinderen waren de hele dag al druk (raar he, met zo'n vol programma! en juf met dat volle programma in het hoofd) besloot ik wat ontspanning in de tent te brengen. Wat ontlading van de overtollige energie leek me niet slecht. Ik kondigde het tussendoortje aan. En met gespitste oren luisterden de kinderen naar de uitleg van 'magic eleven'. (Als groepje tot drie tellen. De handen bij elkaar. En bij drie allemaal een willekeurig aantal vingers uitsteken. En dan tellen maar. Bij 11 vingers is het raak.) 'Je schrijft eerst het spellingwoord op dat ik dicteer. Dan kijk je 't goed na. Dan bespreek je met je groepje de strategie en kijk je het schrift van een ander na. Alles goed? Dan magic eleven. En heb je precies 11, dan laten jullie even je groepsyell horen.' Enthousiast gingen de kinderen aan de slag. En binnen twee minuten galmden de groepsyells me om de oren. De energie denderde door het lokaal heen en iedereen was superalert. Een tweede woord en spel volgden. In de stilte die daarna neerdaalde, werd er zachtjes op de deur geklopt. Een koppie van een jongen van groep 6 verscheen in de deuropening. 'Juf, ik probeer op de gang te lezen, maar uw klas maakt zoveel lawaai...' Met een brede grijns vertelde ik hem dat we iets zachter zouden doen, maar dat hij waarschijnlijk het lawaai nog wel een keer zou horen. De kinderen die mijn opmerking verstonden en begrepen, moesten lachen. Vol plezier zetten we ons aan de laatste drie spellingwoorden. De kinderen waren laaiend enthousiast en ik kon niet anders dan genieten van dit uitbundige, luidruchtige moment.
Om de gemoederen weer tot bedaren te brengen maar even voorgelezen. Dat was heerlijk rustig na al de herrie. En ook ontspannend. Toen ik dit aan het eind van de dag nog eens door mijn hoofd liet gaan, besloot ik mij op maandag niet langer gek te laten maken door het volle programma. Want een hyperjuf met een hyperprogramma zorgen voor een hyperklas. Investeren in de samenwerking, groepssfeer en relaties leken mij belangrijker dan het afmaken van de laatste rij sommen of het er nog snel doorheen jassen van een leesblad.

Tijd... Het blijft een grote rol spelen. Het is maar net hoe je daar zelf mee omgaat!

zaterdag 25 september 2010

Complimenten en vernieuwen

Vrijdagmiddag, kwart voor vier. Normaal een tijd waarop de halve school nog actief is. Kinderen die nog gezellig ronddartelen; ouders kletsend op het plein; spelende kinderen op het klimrek; de schoonmaakster die onder het werken een plezierige babbel heeft en nog een zestal leerkrachten, bezig met het afronden van de week en voorbereiden van de volgende week. Deze vrijdag echter niet. Continuedag. Van half negen tot kwart over twee zijn de kinderen op school geweest. Geen pauze voor de leerkrachten. Een non-stop dag. Vermoeiend. Zeker op vrijdag. Maar niet alleen de continuedag zorgt voor de stilte van deze middag. Het is ook de trouwdag van de adjunct. Reden waarom alle leerkrachten van de onderbouw al uren weg zijn en de meeste collega's van de bovenbouw al vlot na kwart over twee weg waren. Ik nog even niet. Alleen Sophie en ik zijn er nog. Rustig werkend achter de computer, even wat administratie bijwerkend, hoor ik ineens gegiebel en geklets in de gang. Ik draai me om om te kijken wie er aankomen. Al snel verschijnen twee gezichten in de deuropening. Maar een enkele seconde hoef ik na te denken. 'He, Anniek en Deborah! Wat een leuke verrassing.' Grijnzend kijken twee pubers mij aan. 'Wat leuk dat jullie er zijn. Hoe is het ermee?' Enthousiast vertellen de twee dat ze speciaal even langskwamen en nu helemaal niemand van 'vroeger' tegenkomen. Alleen mij. 'Ja, je zult het met mij moeten doen dames. De rest is aan het feestvieren!' 'Nou, dat is helemaal niet erg hoor', zegt Anniek direct. 'U was toevallig wel de leukste juf van de school!' Terwijl we verder praten, denk ik aan het halve schooljaar dat ik deze kinderen in de klas had. Een pittig jaar, maar ook een heerlijk jaar met die groep 4. Hard werken. Veel controleren, maar o, wat was het een gezellige groep! Fantastisch om na al die jaren dit compliment te krijgen.
We lopen gezamenlijk even door de school, waarbij Deborah regelmatig opmerkt:'Het ziet er veel mooier uit dan vroeger!' En inderdaad, we hebben meer kleur, meer ruimte, netter meubilair en het geheel ziet er ruimtelijker en overzichtelijker uit. Leuk dat de dames daar oog voor hebben. Als we in de koffiekamer aankomen, gaan de blikken van de meiden over de namen op de postbakjes. Verbazing alom. 'Die kennen we niet, en die niet, en die niet.' Ruim een derde van de leerkrachten is nieuw voor hen. Ik realiseer me dat ze pas twee jaar van school zijn en verbaas me over zoveel verandering in die korte tijd. De tijd vliegt en de wereld draait door.

Niet veel later roepen de dames me gedag. Ik glimlach en zwaai hen na. Leuk, zo'n stukje van vroeger terugzien in de tijd van nu. Leuk, zo'n spontane blijk van waardering. Daar kan ik weer een poosje op teren.

woensdag 22 september 2010

STRESS!!!

Na vier en een halve schoolweek moet ik opnieuw erkennen dat in de uren die er voor staan, lang niet alles gedaan kan worden! De hele dag ben ik bezig met het geven van instructies. Nauwelijks een moment voor een observatie of een simpel bezoekje aan de wc! En dan nog heb ik het idee dat ik kinderen te kort doe. Tijd voor gesprekjes zijn er eigenlijk niet. Die prop ik in de tijd na school of tijdens het naar buiten gaan. Vandaag een ruzietje tussen vijf jongens. Moest echt opgelost. Kostte een ruim kwartier. 'Wat is nou een kwartier?' Nou, heel veel als je les uit drie kwartier bestaat! Dan blijft er toch echt een stuk minder over. Dus maar weer proppen en creatief oplossen. En dus niet alles af. Al weer niet...
En dan als de kinderen weg zijn aan de slag met andere zaken. Spullen in orde maken voor een kind dat al twee weken ziek is. Hoe maken we die inhaalslag? Hoe krijgt het de juiste instructie? En wanneer doe ik dat dan? Groepsmap in orde maken. Gegevens nalopen. Planning vastleggen. Overleg met een collega over een ander kind. Briefje maken voor een excursie naar de Waterzuivering. En toen was het al weer drie uur. En nog niet alles klaar wat ik had willen doen. Had om twee uur thuis willen zijn. Tijd voor studie. Mooi niet dus.
Nu, om negen uur 's avonds, vliegt het me allemaal even aan. Net stoom afgeblazen bij wederhelft. Dat hielp. Besloten voor vanavond te stoppen met leren en werken. Even ontspannen. En dan vroeg het bed in. Hopelijk heeft de nieuwe dag weer wat rust in petto. Of de wens de vader der gedachte is...

zondag 19 september 2010

de lerende organisatie

De dag begon voor mij vandaag lekker vroeg. Het gehoest en geproest van mijn wederhelft zorgde voor een 'doordeweekse' tijd van opstaan: 7.00 uur. En zo zat ik dan om 8.00 uur in het boek te lezen van Peter Senge 'de vijfde discipline'. Ik moet eerlijk zeggen: 'Saai, die titel.' Alleen op de titel afgaand, zou ik dit boek nooit lezen. Maar opleidingen stellen literatuur verplicht, en zo las ik dan door de titel heen, al snel verdiept in de inhoud van het boek. Kort gezegd zet Senge in zijn boek een theorie uiteen over 'de lerende organisatie'. Elke organisatie die succesvol wil zijn, moet lerend zijn. En om lerend te zijn, moet je een vijftal disciplines hanteren, waarvan de vijfde discipline het meest wezenlijk is, systeemdenken. Vandaar die, nog steeds, saaie titel.

Wat dit met het onderwijs te maken heeft, zul jij je afvragen? Nou, genoeg. Een school is tenslotte een organisatie. En een school zou toch juist lerend moeten zijn. Maar of dat ook zo is, durf ik te betwijfelen, want al lezend zag ik allerlei schoolorganisaties aan mijn geestesoog voorbij trekken. En geen van deze organisaties durfde ik zonder aarzelen te etiketteren als 'lerend'. Niet dat er niet hard gewerkt wordt, serieus gewerkt wordt. Zeker wel. Niet dat er geen goede leraren zijn en waardeloos onderwijs. Er zijn juist fantastische leraren en ook wordt er op veel plaatsen goed onderwijs gegeven. Maar er wordt niet of nauwelijks systematisch gedacht; lange termijn beslissingen zie ik weinig terug; werken vanuit een lerend team herken ik nauwelijks; denken en werken vanuit een visie wordt wel gezegd, maar nageleefd?; en het persoonlijke meesterschap zie ik ook niet alom vertegenwoordigd. Natuurlijk hebben alle scholen, sinds een jaar of wat, een visie en een missie. Zo'n hype van even terug. Maar of die visie werkelijk doorleefd is en of alle betrokkenen werkelijk die visie gestalte willen geven, durf ik toch te betwijfelen. Is die visie niet stiekem de visie van de directie, opgelegd aan een team? En die teamgeest, is die er wel? Of worden teams alleen zo genoemd omdat het beestje een naam moet hebben? Zijn schoolteams werkelijk groepen mensen die gezamenlijk het hoogst bereikbare nastreven en daartoe worden gemotiveerd, gestimuleerd en gesteund door directies en besturen? Ik durf dat te betwijfelen. En lange termijn acties worden maar al te vaak afgestraft. Ik weet van een school die geld ging reserveren om digiborden aan te schaffen en een laptop computereiland. Na een paar jaar sparen stond er een mooi bedrag apart en kon tot actie worden overgegaan. Echter, drie jaar daarna pas, mocht de school digitale borden aanschaffen. Goedkope versie. Drie stuks. Waarom? Het bestuur gooide alle gereserveerde gelden op een hoop en bepaalde dat de betreffende school ineens nog maar een vijfde van het gereserveerde geld te besteden had. Drie digiborden op 400 leerlingen vind ik wel een hele povere vertoning in deze digitale tijd. En dan niet te vergeten dat persoonlijk meesterschap. Terug naar de tijd van de gilden toen iedereen die zich meester wilde laten noemen, een meesterstuk moest maken. Een prachtig idee om in deze tijd weer toe te passen. Volgens de wet BIO (wet op beroepen in het onderwijs) moeten alle leraren zich blijvend scholend. Lerend zijn dus. Een goede zaak! Maar de praktijk staat in schril contrast met deze prachtige meesterschapgedachte. Wie krijgt er geld voor scholing van het bestuur of de stichting? Slechts een handjevol mensen. Hoe kunnen leraren zich dan laten scholen? De overheid heeft gelukkig wel een mooi initiatief hiervoor, de zogenaamde lerarenbeurs. En kijk wat er gebeurt? Leraren vragen deze beurs bij bosjes aan. Willen door scholing letterlijk meesterschap veroveren. Maar kunnen die leraren met hun meesterschap aan de slag, ter versterking van het lerende team? Worden mensen wel ingezet naar hun kwaliteiten en meesterschap? Of worden mensen die zich meester mogen noemen van een hoop kennis, ervaring en kundigheid aan de kant geschoven? Omdat ze lastig zijn? Of omdat er gewoon geen beleid gemaakt is om kwaliteit gericht in te zetten?
Ik ken slechts een handjevol goede voorbeelden tegenover een container vol slechte. Leraren worden niet gezien als wezenlijk onderdeel van een lerende organisatie. Besturen en directies maken plannen, welke leraren dan moeten uitvoeren. De voorgekookte visie en bedachte teamactiviteiten komen naar mijn idee, en als ik het goed begrijp ook naar het idee van Senge, niet uit de juiste koker en zullen derhalve ook niet voor het gewenste resultaat zorgen. Welke leraar voelt zich deel van een geheel als dingen worden opgelegd? Welke leraar voelt zich serieus genomen als zijn/ haar kwaliteiten niet worden erkend en benut? Welke leraar zal blijvend streven naar het hoogst bereikbare als dat hoogst bereikbare wordt vastgesteld zonder inbreng van de leraar?
Het kijken naar verbanden, gehelen, de lange termijn en de kracht van lerende teams, zie ik heel weinig terug in het onderwijs. Het zijn meestal bestuur en directie die bepalen. Geen wonder dat klassen eilandjes blijven en de teamgeest ver te zoeken is. Als besturen en directies eens de uitspraken 'samen sterk' en 'een voor allen en allen voor een' gaan naleven, zou er een hoop kunnen veranderen in onderwijsland. Wellicht dat dan de lerende organisatie werkelijk gestalte krijgt en scholen organisaties worden waarin alle betrokkenen een leven lang willen en mogen blijven leren.

dinsdag 7 september 2010

Ouders

Vannacht heb ik uren wakker gelegen. Dat had ik kunnen weten. Ik wist het eigenlijk ook wel. Niet voor niets was ik nog even wat gaan lezen voordat ik ging slapen. Maar dat heeft niet mogen baten. De hele film van de avond speelde zich meerdere malen in mijn hoofd af. Geen film met een slechte afloop. Helemaal niet. Juist niet, kan ik beter zeggen. Want er waren van de 27 kinderen toch ruim 23 ouders aanwezig. Een geweldige opkomst. Er werd geinteresseerd geluisterd. Vragen gesteld. Ruimte gegeven om te vertellen en uit te leggen. Contact gemaakt. Maar de impact van deze inspanning was dusdanig groot, dat mijn hoofd erover bleef malen.
Nu, een dagje later, kan ik met plezier terugkijken op een vruchtbare informatieavond. Contact met ouders is iets dat ik steeds meer ben gaan waarderen. Vond ik het vroeger een bijzaak, later een verplichting, vind ik het nu een noodzaak. Een jaar lang wordt een groep kinderen aan je toevertrouwd. Maar die kinderen zitten maar 5,5 uur per dag bij mij. Goed contact met ouders over het wel en wee, een gedeelde zorg, is iets wat ik nu nastreef. En ik ervaar dat dit ook positief uitwerkt. Ik pak veel eerder de telefoon dan vijf jaar geleden. Maar weet nu ook meer. En meer weten, is meer begrijpen. Een goede, zinvolle avond dus, gisteravond. Daar heb ik een nachtje malen wel voor over.

woensdag 1 september 2010

overvol

Onder andere naar aanleiding van inspectiebezoek is de urenverdeling van de verschillende vakken veranderd. Zat ons rooster eerst al flink vol, nu zit het overvol. Had ik eerder nog wel eens een paar minuten om voor te lezen of even tijd om de kinderen hun eten rustig op te laten eten, nu gaan we van het ene vak direct over in het andere. Het eten wordt gepakt tijdens het opruimen van het rekenwerk en genuttigd tijdens de instructie van de volgende les. Een bladzijde voorlezen gaat een heel enkele keer nog wel, maar dan wel ten koste van de zaakvakken. Ruzietjes oplossen, verjaardagen vieren, een verhaal van thuis laten vertellen ...... allemaal niet mogelijk. Maar wel aan de orde! En zo propt het rooster steeds voller. Het lijkt wel alsof we een leerfabriek aan het worden zijn. En dat voelt niet prettig. Is er nog ergens een balans te vinden tussen hard werken en aandacht voor het gehele kind? Of is het kind slechts nog de leerling, bedoeld voor het leveren van de juiste prestaties?