Welkom op dit onderwijsblog. Leuk dat je komt kijken. Dit blog is bedoeld voor verhalen die getuigen van werkplezier (in het onderwijs), maar die ook de wrange realiteit tonen van het huidige prestatiegerichte onderwijs in dit neoliberale tijdperk.

Ingrid

donderdag 29 juli 2010

Een koffer vol verhalen...

Morgen op vakantie. Op naar het zonnige zuiden. Of ik er zin in heb? Gister wel! Vandaag voel ik me alleen maar moe van al het opruimen, nadenken over wat mee moet en het inpakken. Als laatste heb ik een koffer ingepakt met een hele stapel boeken. Romans, natuurlijk, voor de ontspanning. Maar ook een stapel studieboeken! Mijn dorst naar kennis, zij het momenteel slechts latent aanwezig, heeft er voor gezorgd dat ik een hele zwik in een koffer heb gedaan. Toch weer werken in de vakantie? Echt werken in plaats van voorwerpen verzamelen? Nou, laat ik mijzelf niet voor de gek houden. Eigenlijk niet en en eigenlijk wel. Niet, want het zijn boeken voor mijn opleiding. Wel, want mijn opleiding is gericht op het onderwijs. Hoe kan het haast anders als het onderwijs zo je hart heeft. Dus of ik toch ga werken? Ja, eigenlijk wel dus. Maar ook genieten van dit verzamelen. Verzamelen van informatie en kennis. En bedenken hoe ik dat kan gebruiken in mijn lespraktijk. En dat is echt genieten, want overal lijken weer nieuwe deuren open te gaan en mogelijkheden tevoorschijn te komen. Al een jaar lang geniet ik van alle nieuwe kennis. Nog steeds voel ik me als een kind in de snoepwinkel. Verlekkerd kijk ik rond en eigenlijk wil ik alles hebben! Deze twee weken ga ik dubbel genieten. Genieten van Italie en genieten van mijn koffer vol verhalen!

vrijdag 23 juli 2010

interview Arnold Heertje

Vandaag op radio 1 een interessant interview met Arnold Heertje. Zie links om af te luisteren.

Onderwijs wordt aangestuurd door mensen die geldgericht zijn!

woensdag 21 juli 2010

Een beter Nederland?

31-10-2009

Vrijdagmiddag, half vier. In mijn lokaal is Kevin bezig met het uittypen van zijn werkstuk. Mijn vele opmerkingen over de inleverdatum, briefje met handtekening van ouders en de agenda, hebben niet gezorgd voor het tijdig afhebben van zijn werkstuk. Vrijwillig verplicht zit hij nu stilletjes te typen op een van de vier, eindelijk goed werkende, computers. Ook twee dames zijn nog in de klas, luidruchtig ronddartelend. Ze wachten op mij, want heeft hun groepje nu wel of niet punten verdiend met opruimen? Ik heb echter geen tijd, druk als ik ben met het voeren van gesprekjes met ouders en kinderen. Als eindelijk de rij wachtenden weg is en ik mij om wil draaien, zie ik Josien de gang in komen, met moeder. ‘Hoe is het met je?’ Mijn stem schiet van verrassing omhoog. ‘Goed!’ Ze lacht erbij. Josien, 11 jaar oud, hoogbegaafd, leerling van mijn vorige groep, is dit schooljaar gestart op de Leonardoschool, een school voor kinderen met een hoog leervermogen. Josiens relatief slechte resultaten op de Cito-entreetoets zorgden voor deze keuze. Ouders vonden meer specifieke begeleiding nodig, dan ik kon bieden. Dat viel niet te ontkennen. Achtentwintig kinderen die meer dan de gemiddelde zorg op alle ontwikkelinggebieden behoefden, gaven mij voortdurend het gevoel dat ik iedereen te kort deed. Ik zei de keuze te begrijpen en vroeg of ze mij wilden informeren ‘hoe het ging’. En hier staat ze dan, stralend. Dat doet me goed. Moeder bevestigt dat ze ‘goed in haar vel zit’. Ze zet uiteen dat Josien is doorgetest. Voor rekenen presteert ze onder haar niveau, voor het overige zit ze op schema. Haar klas is een combiklas 6/7/8 van 16 leerlingen. Twee dagen per week wordt er gewerkt aan de basisvakken. Op woensdag en vrijdag wordt er ook lesgegeven door vakdocenten voor Engels, Spaans, muziek, informatica en bridge. Ieder heeft een macbook, waarop de meeste taken worden gemaakt. En excursies en projecten vormen een belangrijk onderdeel van het programma. Ik ben verrukt! Wat een fantastische investering in deze kinderen! ‘He, je zit nu hier?’ Wat verbaasd kijk ik moeder aan, dan ben ik terug in de werkelijkheid. ‘Ja, ik heb de grootste groep, dus ook de twijfelachtige eer van het grootste lokaal.’ Nogmaals een blik mijn lokaal in, doet mij vermoeden dat moeder de verschillen ineens wel erg duidelijk ziet. Vier computers; alleen een ‘gewone’ leerkracht; eenendertig tafels; gewone boeken en een ouderwets zwart schoolbord. Bijna schaam ik mij, maar dan komt alles in mij in opstand. Dit is de harde realiteit. Niet mijn keuze! Als ik het voor het zeggen had, hadden we ook klassen met maximaal twintig kinderen, modern materiaal en laptops om effectief te kunnen werken.

Als ze weg zijn, heb ik eindelijk tijd voor de twee dames. Met gejuich begroeten ze mijn voorstel om de laatjes te controleren. Wrang bedenk ik dat dit moment het langste moment van aandacht is dat ik voor hen heb. Even later worden luidruchtig de vier beloningspunten op het bord geschreven. Dan valt mijn blik op Kevin. Ook een kind waaraan ik meer aandacht zou willen besteden. Omdat de meiden echter nog wat klusjes willen doen, kom ik niet verder met deze gedachte. Ik maan hen verschillende keren aan naar huis te gaan, maar ze zijn niet weg te krijgen. Blijkbaar is het op deze gewone school toch wel leuk. Om 16.15 uur vertrekken ze kletsend en lachend. Ik heb van hen genoten, maar het gevoel van onmacht blijft. Had ik maar meer tijd om in hun toekomst te investeren. Hoe zou Nederland er uit zien als alle ‘gemiddelde’ kinderen ook in een klas van 16 zaten? De gedachte ooit eens zelf een school te beginnen, laat me niet meer los. Investeren in kinderen is investeren in de toekomst. Een hele verstandige investering lijkt me, in deze tijden van crisis.

vakantie

'Als ik vrij ben, dan ben ik vrij. Dan denk ik niet aan mijn werk en ben ik er ook niet mee bezig. Je gaat toch niet de hele tijd aan je werk denken, dat is toch niet normaal?' Deze opmerking maakte Anneke, een goede vriendin, deze week. Ik glimlachte toen slechts wat en gaf haar ook nog gelijk. Tegelijkertijd echter stroomden vele gedachten door mijn brein. Ik, leerkracht, denk wel verdraaid vaak aan mijn werk namelijk. Zo ook vandaag nog toen ik het doosje van de tictac weg wilde gooien. Het ding hield ik al boven de prullenbak. 'Nee joh, niet weggooien', sprak ik tegen mezelf. 'Vast te gebruiken om iets in te bewaren aan kaartjes ofzo.' Dus heb ik het doosje weer in mijn zak laten glijden, mij al fietsend nogmaals afgevraagd waarom ik dat ding niet weggooide en vervolgens naars de kapotte afstandsbediening (Zitten leuke veertjes in. Iets voor een handvaardigheidles?), het boek met liedjes dat ik nog wil doorkijken en de lege saladebakken gelegd. Allemaal bruikbaar voor mijn werk. 'Doe ik niet normaal?' Dat vroeg ik mij toch echt af na Annekes opmerking. Waarschijnlijk niet. In ieder geval niet in haar ogen.

Vakantie. Inmiddels heb ik anderhalve week vakantie. En nog geen dag ben ik niet met school bezig geweest. Niet dat ik de hele dag met mijn werk bezig ben. Zeker niet. Maar zo tussen neus en lippen door denk ik wat af en verzamel ik allerhande spullen. 't Is dat ik mijzelf heb verboden al concrete plannen te maken voor volgend schooljaar...
Maar zo raar ben ik nu toch ook weer niet? Ik kan zo een tiental mensen opnoemen die zich ook zo gedragen op hun vrije dagen. Ja, ik weet het, allemaal leerkrachten. Misschien zijn we dan toch wel raar? Kijk, dat verzamelen van bakjes en dingetjes, is niet echt problematisch. Vind ik tenminste. Wellicht kijkt Anneke er anders tegenaan. Maar de zorg om het nieuwe schooljaar; de zorg om hoe het verder moet nu de inspecteur een dik, confronterend verslag heeft geschreven; de bijna onweerstaanbare drang om dingen beter te doen dan eerder; meer kennis te vergaren; meer te weten en ieder kind goed te willen 'bedienen', dat alles is misschien al wat zorgelijker. Wat minder normaal. Dat bedienen trouwens, is weer zo'n nieuwerwets onderwijswoord. We moeten de kinderen 'bedienen'. Vroeger waren wij DE JUF of DE MEESTER. Tegenwoordig zijn wij slechts eenvoudige bedienden. Zo voelt het ook, regelmatig. Nou heb ik niet direct het idee dat ik de dienstbode van de kinderen ben, maar wel die van de inspectie, het bestuur, sommige ouders, de directie en het overige management. Veel zorgelijker dan het hele bakjesverhaal. Ik moet uitvoeren wat anderen vinden. Mag ik zelf niet meer nadenken en beslissen? Nee, er wordt voor mij gekozen; er wordt voor mij besloten; er wordt voor mij bepaald. En ik heb het te nemen. Of niet. En bij 'of niet' ontstaat er een gevecht. En zoals iedereen wel weet, wint de sterkste. Ben ik David en zijn zij Goliath of zijn zij de leeuw en ik het lam?

Vakantie? Ja, zeker. Denken aan mijn werk? Ja, ook zeker, maar ik laat mijn humeur niet vergallen door alle dingen die in mijn werk gaande zijn. Wat mij wel zorgen blijft baren, ook in de vakantie, is dat het onderwijs lijkt op te schuiven. We worden een dienstverlenende sector, waarbij beknibbeld wordt op personeel en materiaal en de diensten steeds maar weer moeten verbeteren. Wat maakt het uit, 25 kinderen in de klas of 32? Wat maakt het uit, een stoffig zwart schoolbord of een digibord? Wat maakt het uit, 1 leerkracht meer of minder? Wat maakt het uit, 30 blanke kinderen of 20 kinderen uit een achterstandswijk? Wat maakt het uit, 30 kinderen die naar regels luisteren, of 30 kinderen, waarvan 4 met gedragsproblemen. Wat maakt het uit voor een bestuurder, inspecteur of kamerlid, zolang deze zijn salaris maar kan opstrijken? Wel commentaar op scores, maar geen inzet om betere voorwaarden te creeren. Wel bezuinigen op onderwijs, maar geen mogelijkheden zoeken om toch goed onderwijs te kunnen bieden. Wel opleggen hoe dingen gedaan moeten worden, maar niet luisteren naar leerkrachten. Hoe scholen die betere scores moeten halen, is niet hun probleem. Als ze maar verbeteren. Is het dan mijn probleem? Goeie vraag. Staat mijn dienstbaarheid wel in verhouding met de gevraagde dienst? Daar ga ik in deze vakantie maar eens over nadenken, of Anneke dat nou een probleem vindt, of niet.