Welkom op dit onderwijsblog. Leuk dat je komt kijken. Dit blog is bedoeld voor verhalen die getuigen van werkplezier (in het onderwijs), maar die ook de wrange realiteit tonen van het huidige prestatiegerichte onderwijs in dit neoliberale tijdperk.

Ingrid

zondag 15 juli 2012

ontpoppen

Onlangs las ik op een toilet bij iemand een prachtig verhaal over een vlinder. Een vlinder moet zich ontwikkelen in de cocon en zichzelf door een nauw gaatje naar buiten persen. Je kunt natuurlijk de vlinder een handje helpen en die cocon een stukje open peuteren. Het effect daarvan is echter dat de vlinder onvoldoende ontwikkeld is om dan een werkelijk leven te kunnen leiden. En dat geldt natuurlijk ook voor mensen. Je moet je eigen kracht ontwikkelen om uit te groeien tot een volwaardig persoon. En die kracht krijg je niet met alleen maar voorspoed. Het verhaal is natuurlijk veel mooier dan ik hier vertel, ondersteund met geweldige foto's.
Waarom ik dit hier neerschrijf?  Omdat ik een pijnlijke overeenkomst zie met het onderwijs. Krijgen kinderen nog wel de tijd om zich stap voor stap te ontwikkelen? Of worden zij gedwongen eerder uit hun pop te komen? Worden daarmee niet, onbedoeld, dingen stuk gemaakt? Ik hoorde onlangs een IB-er zeggen op de vraag wanneer kinderen leren cijferend te delen 'als ze er aan toe zijn'. Oh? Dus kinderen leren iets als ze er aan toe zijn. Toch fijn dat alle kinderen in Noord-Nederland op 3 september a.s. toe zijn aan leren lezen. En dat alle kinderen in groep 4 toe zijn aan de tafels. En dat alle kinderen na groep 8 toe zijn aan het voortgezet onderwijs. Toch wel heel praktisch.
Zo werkt het dus niet. En toch moet er wel zo gewerkt worden. Kinderen die een andere ontwikkeling doormaken vallen buiten de boot. Dat is niet nieuw. Wat wel nieuw is, is dat het steeds meer dwingend wordt om met de grote stroom mee te gaan. En de grote stroom stelt steeds meer eisen. Kunnen kinderen zich op deze manier nog wel ontpoppen tot wie ze werkelijk zijn? Of produceren we zo met elkaar vleugellame kinderen? Bewust zeg ik 'produceren'. Het lijkt wel alsof het onderwijs producten moet afleveren, op een lopende band in elkaar gezet. Overdreven? Nee, zeker niet. Beangstigend? Ja nogal!

zondag 8 juli 2012

juweeltje

Vorige week had ik een bijzondere ervaring. In het prachtige Limburgse land, alwaar mijn zus woont, was een feestje gaande. Het was geweldig mooi weer, wat de feestvreugde verdubbelde. Mijn wederhelft had voor alle gasten een Indische maaltijd bereid en deze moest opgewarmd worden. Ik vond dat een prachtige taak voor mij. Na een relaxte middag in de tuin, het aaien van de kip, samen met de enig aanwezige junior en het zoeken naar de verstopte hamster, besloot ik dat het tijd werd de boel op te warmen. 'Zal ik je helpen?' Twee prachtige bruine ogen keken mij aan. Het leek mij gezellig. Al babbelend vertrokken wij naar de keuken. Samen hesen we de grote pannen uit de koelkasten. Vol belangstelling werd mijn handelen door junior gevolgd. Er moest nog ergens een blikje tomatenpuree in. 'Mag ik dat doen?' Ik dacht even na over mogelijke onprettige gevolgen voor dit lieve, bijdehandje, maar kon niets bedenken. De jongedame gaf ik opdracht om een kruk te halen, alwaar ze vlot mee terug kwam. Na mijn aanwijzingen begon ze voorzichtig de puree in de pan te doen en te roeren. Concentratie op haar leuke gezichtje. Toen de klus klaar was, ging ze verder met wat duidelijk haar hobby was: praten. Na vijf minuten wist ik precies wat ze de komende zes weken ging doen. Ze had namelijk net vakantie. Eerst twee weken zonder mama op de boot, dan .... Enzovoort. We kletsten gezellig verder, waarbij ik af en toe haar naam noemde. Na een tijdje zei ze dat ik haar naam steeds verkeerd zei. 'Wat dan?' Letter voor letter spelde ze mij haar naam: em, aa, en, oo, nn. Ik kon geen verschil ontdekken met wat ik de hele tijd zei, maar ja, ik heb natuurlijk niet de prachtige Limburgse tongval. Uiteindelijk accepteerde ze maar hoe ik het uitsprak. Al roerend praatten we gezellig door. Ze vertelde me dat ze 6 jaar was, en een half! Vooral die halve scheen erg belangrijk te zijn. Na een tijdje, toen het even stilviel, vroeg ze of ik niet nog wat te praten had. Inwendig moest ik grinniken. Wat een geweldige meid! Nadat we een uurtje samen bezig waren geweest, wist ik meer van haar af dan van de gemiddelde leerling in mijn groep. Dit juweeltje had mij een kijkje gegeven in haar doen en laten. De tijd die we samen hadden, was werkelijk kwaliteitstijd. Als vanzelf kwamen mijn gedachten bij het onderwijs. Hoeveel echte tijd hebben we om werkelijk met kinderen te praten, om hen echt te leren kennen en hen het gevoel te geven dat we belangstelling voor hen hebben en waarderen om wie ze zijn? Dat moet allemaal tussendoor. Eerst gaat het om werken, om resultaten, om die verdraaide cito's. En dan komt pas de tijd voor verdieping in de sociale contacten. Als die tijd al komt. Het lijkt mij compleet de verkeerde volgorde.
Het juweeltje gaf mij bij vertrek en hand en ik wenste haar een fijne vakantie en tot ziens. Haar prachtige bruine ogen keken mij recht aan. 'Tot de volgende keer!'

vrijdag 22 juni 2012

Scoren?

Het einde van het schooljaar nadert. Nog vier weken te gaan, voor ons dan. Deze periode is meestal nogal hectisch. Schoolreisjes, schoolkamp, rapporten, musical, laatste groepsbesprekingen en verwijzingen naar andere scholen en dergelijke en niet te vergeten de cito toetsen. De ene toets na de andere krijgen de kinderen om hun oren geslagen. En dan de gespannen gezichten van zowel leerkrachten als kinderen. Wat zijn de resultaten? Ik loop daar, momenteel zonder vaste klas, tussendoor. Luister hier wat, hoor daar wat en kijk vooral wat er gebeurt. Natuurlijk ben ik blij als er goede scores zijn. Natuurlijk ben ik blij als een kind vooruit gaat en helemaal als een klas in z'n geheel laat zien dat er hard is gewerkt met een mooi resultaat. Mijn vraag blijft echter: Zijn de kinderen ook slimmer geworden? Kunnen ze wat ze nu met de cito bijvoorbeeld beter doen, ook beter toepassen in de praktijk? Kan de theorie in de praktijk worden omgezet? Ik hoop het. Met heel mijn hart. Want waar doen we het nou voor? Toch niet alleen om te scoren?

woensdag 30 mei 2012

beloond


'He, Ingrid. De dames hebben hun toets voor rekenen goed gemaakt.' Verrast keek ik op. 'Ja, Sanne heeft een 7 en Inge zelfs een 8. Ook de andere twee hebben het prima gedaan. Inge zelfs beter dan heel veel 'ster'kinderen.' Een om mij heen dansende Inge bevestigde haar prachtige rekencijfer. Mijn collega glom van trots, net als de kinderen. En ik? Ik dacht terug aan de RT momenten met deze lieve meiden. Wat hadden ze hard gewerkt! Een gevoel van geluk voelde ik door mij heen stromen. Een dubbele beloning voor mij: Prachtige cijfers en hele blije kinderen. Daar doen we het allemaal voor.

dinsdag 15 mei 2012

genieten

Het is weer cito tijd. Dit keer is groep 7 aan de beurt met de entreetoets. Een draak van een toets. Zo'n 20 taken moeten de kinderen door worstelen; rekenen, studievaardigheden, taal, spelling, begrijpend lezen en wat al niet meer. Voor de eerste toets zijn de kinderen altijd supernerveus. De laatste toets is nauwelijks meer interessant en wordt tussen de bedrijven door eventjes gemaakt. Altijd weer een bijzonder proces.
Deze keer heb ik de eer om in alle rust met de dyslecten de toets te doen. De koffiekamer wordt dagelijks omgetoverd tot toetsruimte. Ieder kind krijgt een royale plek om te zitten en de spulletjes neer te leggen. Heel wat meer rust en ruimte dan een krappe leerlingtafel in een volle klas. Ach ja, dyslexie hebben, moet toch ook wat voordelen hebben, nietwaar?
Vandaag kunnen genieten van de verschillende manieren van werken van de kinderen. Allemaal oprecht bezig om het beste van de toets te maken. Toch zo anders. De een zeer geconcentreerd bezig met de vragen. Teruglezend, zoekend en nog eens nadenkend. De ander al aanstrepend tijdens het voorlezen. Een potlood dat tien keer geslepen wordt en dan toch echt stuk blijkt. Een slimmerik die twee potloden bij zich heeft en er gul een aanbiedt. Een tevreden blik als weer een pittige opgave tot een goed einde is gebracht. Echt genieten om hiernaar te kijken. Volgende week nog een paar dagen. Dan is deze pret voor mij weer voorbij.

woensdag 9 mei 2012

kleuterfilmpjes

Met verbazing heb ik zonet naar het nieuws gekeken. Nou is daar wel vaker iets verbazingwekkends op, maar vandaag betrof het mijn vakgebied: onderwijs.
Het eerste bijzondere dat ik hoorde was dat er tegenwoordig meer aandacht is voor het spel van kleuters. Kleuters moeten juist meer spelen, omdat dat goed voor hun ontwikkelng is. Dat laatste wist ik al, maar dat er meer tijd werd besteed aan spelen... ? Ik herken dat in ieder geval niet. De buitenspeeltijd van de kleuters is verkort, dit ten gunste van het leren in de klas. In de klassen wordt met een nieuwe 'methodiek' gewerkt. Naar mijn idee komt daar niet bijzonder veel spelen bij aan te pas. Voor spelen is volgens mij juist minder aandacht. Het gaat om presteren. In groep 1 worden de eerste cito's afgenomen en daar wordt hard voor gewerkt en minder door gespeeld.
De tweede verrassing - misschien is verrassing trouwens niet het juiste woord, want ik begin te geloven dat geen middel in onderwijsland te gek is om een doel te bereiken - is het filmen van kleuters tijdens dit al dan niet toegenomen spelen. Dit kan maar een doel hebben: betere prestaties. Waar is men mee bezig? Ik moet de hele tijd denken aan de plofkip van Cupido Oudemeester (zie links). Volgens mij staat hier ook iets te ploffen. Mogen kinderen nog echt spelen? Mogen ze in hun eigen tempo groeien? We hebben net gevierd dat we vrij zijn. Geldt dit niet ook voor kinderen in hun ontwikkeling? Of gelden hier andere regels? Vinden wij dat wij het recht hebben om hen zo te sturen en te kneden totdat ze presteren naar wat zij volgens ons behoren te doen? Het is goed om kinderen te motiveren en te stimuleren. Het is goed om kinderen voor te doen hoe dingen gaan, wat van hen wordt verwacht. Het is goed om kinderen de mogelijkheid te geven om door te leren, door te groeien. Maar gaat dit niet een beetje te ver? Wat vindt de rest van onderwijzend Nederland hiervan?

maandag 12 december 2011

Mag het nog leuk zijn?

De laatste tijd bespringt mij vaak de angstaanjagende gedachte dat ik het onderwijs niet meer zo leuk vind. Een gedachte die ik niet prettig vind. Zijn kinderen niet meer leuk? Zeker wel. Is onderwijzen niet leuk? Ook dat moet ik betwisten. Waar ik echter veel moeite mee heb, is de huidige druk die op het onderwijs ligt. Dat zal op de school waar ik werk ongetwijfeld ook te maken hebben met het stempel 'zeer zwak'. Er wordt geknokt om een groene sticker te krijgen. De druk om ons lesgeven te verbeteren is enorm. Ik voel die dagelijks op mij liggen. En ik weet van collega's hetzelfde. Het is niet erg om hard te werken. Het is niet erg om op een andere manier te werken. Het is wel erg om geen tijd voor kinderen te hebben. Vreemd he, deze opmerking. En toch is dit wel heel waar, voor mij. Er moet zoveel gedaan worden. De ene instructie volgt de andere op. Het ene plan na het andere moet geschreven worden. Tijd om even met een kind te praten, heb ik niet of nauwelijks. Dat was voor de rode stempel  ook al moeilijk. Eerlijk is eerlijk. Maar het is er zeker niet beter op geworden. De hete adem van de inspectie voel ik in mijn nek. Niet dat ik de hele dag aan de inspectie denk hoor. Gelukkig niet. Maar er wordt zoveel verwacht! Mijn tijd is gevuld van half acht tot zes uur. En thuis worden ook nog de nodige uren aan werken besteed. Pauze? Hmm, een hapje eten en ondertussen praten over werk, werk, werk. Leuk? Nee. Helemaal niet. De kinderen zijn leuk. Het gebrek aan tijd voor werkelijke aandacht voor kinderen vind ik toch wel heel triest. En dat is volgens mij echt niet alleen door ons rode stempel. Het is iets van de hele samenleving. We moeten presteren. We moeten meedoen. We moeten beter en meer. Het gaat niet meer om iets waardevols, de ontwikkeling van de kinderen. Het lijkt wel alsof het om een product gaat dat afgeleverd moet worden. Ik krijg de neiging om te roepen: Het zijn geen robots hoor, in mijn klas!
Onlangs hoorde ik dat het op de Pabo niet meer draait om het werken met kinderen. Dat moet volgens een docent uit Utrecht niet meer de motivatie zijn om voor de Pabo te kiezen. Het gaat om het vak. Eerlijk gezegd begrijp ik dit niet helemaal. Is een school niet meer bedoeld voor de ontwikkeling van kinderen?
Zo'n opmerking zet mij opnieuw aan het denken. Mag het dan niet meer leuk zijn, dat lesgeven? Zijn we dan met z'n allen gek aan het worden of zo? Wat ik zeker weet is dat ik dit niet leuk vind. Hoe keren we echter het tij?