Welkom op dit onderwijsblog. Leuk dat je komt kijken. Dit blog is bedoeld voor verhalen die getuigen van werkplezier (in het onderwijs), maar die ook de wrange realiteit tonen van het huidige prestatiegerichte onderwijs in dit neoliberale tijdperk.

Ingrid

woensdag 21 juli 2010

vakantie

'Als ik vrij ben, dan ben ik vrij. Dan denk ik niet aan mijn werk en ben ik er ook niet mee bezig. Je gaat toch niet de hele tijd aan je werk denken, dat is toch niet normaal?' Deze opmerking maakte Anneke, een goede vriendin, deze week. Ik glimlachte toen slechts wat en gaf haar ook nog gelijk. Tegelijkertijd echter stroomden vele gedachten door mijn brein. Ik, leerkracht, denk wel verdraaid vaak aan mijn werk namelijk. Zo ook vandaag nog toen ik het doosje van de tictac weg wilde gooien. Het ding hield ik al boven de prullenbak. 'Nee joh, niet weggooien', sprak ik tegen mezelf. 'Vast te gebruiken om iets in te bewaren aan kaartjes ofzo.' Dus heb ik het doosje weer in mijn zak laten glijden, mij al fietsend nogmaals afgevraagd waarom ik dat ding niet weggooide en vervolgens naars de kapotte afstandsbediening (Zitten leuke veertjes in. Iets voor een handvaardigheidles?), het boek met liedjes dat ik nog wil doorkijken en de lege saladebakken gelegd. Allemaal bruikbaar voor mijn werk. 'Doe ik niet normaal?' Dat vroeg ik mij toch echt af na Annekes opmerking. Waarschijnlijk niet. In ieder geval niet in haar ogen.

Vakantie. Inmiddels heb ik anderhalve week vakantie. En nog geen dag ben ik niet met school bezig geweest. Niet dat ik de hele dag met mijn werk bezig ben. Zeker niet. Maar zo tussen neus en lippen door denk ik wat af en verzamel ik allerhande spullen. 't Is dat ik mijzelf heb verboden al concrete plannen te maken voor volgend schooljaar...
Maar zo raar ben ik nu toch ook weer niet? Ik kan zo een tiental mensen opnoemen die zich ook zo gedragen op hun vrije dagen. Ja, ik weet het, allemaal leerkrachten. Misschien zijn we dan toch wel raar? Kijk, dat verzamelen van bakjes en dingetjes, is niet echt problematisch. Vind ik tenminste. Wellicht kijkt Anneke er anders tegenaan. Maar de zorg om het nieuwe schooljaar; de zorg om hoe het verder moet nu de inspecteur een dik, confronterend verslag heeft geschreven; de bijna onweerstaanbare drang om dingen beter te doen dan eerder; meer kennis te vergaren; meer te weten en ieder kind goed te willen 'bedienen', dat alles is misschien al wat zorgelijker. Wat minder normaal. Dat bedienen trouwens, is weer zo'n nieuwerwets onderwijswoord. We moeten de kinderen 'bedienen'. Vroeger waren wij DE JUF of DE MEESTER. Tegenwoordig zijn wij slechts eenvoudige bedienden. Zo voelt het ook, regelmatig. Nou heb ik niet direct het idee dat ik de dienstbode van de kinderen ben, maar wel die van de inspectie, het bestuur, sommige ouders, de directie en het overige management. Veel zorgelijker dan het hele bakjesverhaal. Ik moet uitvoeren wat anderen vinden. Mag ik zelf niet meer nadenken en beslissen? Nee, er wordt voor mij gekozen; er wordt voor mij besloten; er wordt voor mij bepaald. En ik heb het te nemen. Of niet. En bij 'of niet' ontstaat er een gevecht. En zoals iedereen wel weet, wint de sterkste. Ben ik David en zijn zij Goliath of zijn zij de leeuw en ik het lam?

Vakantie? Ja, zeker. Denken aan mijn werk? Ja, ook zeker, maar ik laat mijn humeur niet vergallen door alle dingen die in mijn werk gaande zijn. Wat mij wel zorgen blijft baren, ook in de vakantie, is dat het onderwijs lijkt op te schuiven. We worden een dienstverlenende sector, waarbij beknibbeld wordt op personeel en materiaal en de diensten steeds maar weer moeten verbeteren. Wat maakt het uit, 25 kinderen in de klas of 32? Wat maakt het uit, een stoffig zwart schoolbord of een digibord? Wat maakt het uit, 1 leerkracht meer of minder? Wat maakt het uit, 30 blanke kinderen of 20 kinderen uit een achterstandswijk? Wat maakt het uit, 30 kinderen die naar regels luisteren, of 30 kinderen, waarvan 4 met gedragsproblemen. Wat maakt het uit voor een bestuurder, inspecteur of kamerlid, zolang deze zijn salaris maar kan opstrijken? Wel commentaar op scores, maar geen inzet om betere voorwaarden te creeren. Wel bezuinigen op onderwijs, maar geen mogelijkheden zoeken om toch goed onderwijs te kunnen bieden. Wel opleggen hoe dingen gedaan moeten worden, maar niet luisteren naar leerkrachten. Hoe scholen die betere scores moeten halen, is niet hun probleem. Als ze maar verbeteren. Is het dan mijn probleem? Goeie vraag. Staat mijn dienstbaarheid wel in verhouding met de gevraagde dienst? Daar ga ik in deze vakantie maar eens over nadenken, of Anneke dat nou een probleem vindt, of niet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten